Demi van Hutten schreef het boek ‘De Derde Generatie de kinderen en kleinkinderen van…’

Joël en Demi

Joël en Demi

Mijn naam is Demi van Hutten (22) en momenteel studeer ik Journalistiek in Utrecht. In september 2020 ben ik gaan stagelopen bij de PINDAH*, een Indische glossy. Tijdens mijn opleiding kon ik in de opdrachten niet echt mijn roots kwijt. Vandaar de keuze om met mijn zoektocht naar een stage hierop de focus te leggen. 

Toen ik een jaar of zestien was begonnen bij mij de vragen over mijn achtergrond. Op mijn middelbare school waren ook een aantal Indo’s waardoor ik mij meer bewust werd van mijn roots. Ik begon me steeds meer af te vragen waarom opa en oma hier in Nederland waren gekomen en hoe hun tijd in Nederlands-Indië was. Ik kon al deze dingen helaas niet meer aan opa en oma vragen, maar mijn familie en vooral mijn vader was bereid mij alles te vertellen. Zodoende leerde ik meer over de Indische normen en waarden, de cultuur, het eten en het familiegevoel. Ook leerde ik meer over de nare tijden in Nederlands-Indië en de oorlogen. 

Ik heb me altijd erg verbonden gevoeld met opa en oma, iets wat ik niet goed kon plaatsen. Hoe leg je aan andere mensen uit dat je een band voelt met een land waar je zelf niet eens bent geboren? Hoe moet ik uitleggen dat ik als kleinkind zelfs het verdriet voel die mijn grootouders hebben gevoeld? Dit ‘gevoel’ is iets wat mij de laatste jaren ook veel bezig heeft gehouden omdat ik er een antwoord op wilde vinden.

IMG_9543.jpg

Toen PINDAH* mij vroeg of ik tijdens mijn stageperiode wilde proberen om de jongere Indische generatie meer bij het blad te betrekken zag ik dit als een geweldige kans. Niet alleen een kans om deze generatie een platform te geven, maar ook om zelf achter antwoorden te komen en meer te leren over de Indische geschiedenis. Er ontstond een online rubriek genaamd “The Third Generation” waarin ik de derde generatie Indische mensen interviewde over hun Indische identiteit en hun band met Indonesië. Ik probeerde het verbonden ‘gevoel’ in kaart te brengen. Na het online succes van deze rubriek is de keuze gemaakt om de verhalen samen te binden in een boek: De Derde Generatie de kinderen en kleinkinderen van…

De geïnterviewde zijn ontzettend trots op hun achtergrond en hebben veel bewondering voor de keuzes die hun opa’s en oma’s hebben gemaakt in het verleden. Door hun opofferingen heeft de jongere generatie een prachtige toekomst gekregen. En de Indische cultuur? Die wil iedereen graag doorgeven. Het verbonden gevoel met Indonesië bestaat uit veel trots richting de eerste en tweede generatie: we respecteren onze opa’s, oma’s, vaders en moeders enorm. 

Speciaal voor SIOH mogen we het eerste hoofdstuk uit ‘De Derde Generatie en de kinderen van en kleinkinderen van…’ hier met u delen. En dit is tevens het familieverhaal van Demi en Joël.


“Door hun harde werken en opofferingen hebben zij niet alleen hun kinderen, maar ook kleinkinderen een betere toekomst kunnen geven” 

Even voorstellen

Naam: Demi Shania van Hutten
Leeftijd: 22
Woonplaats: Voorschoten
Werk: Freelance journalist en huishoudelijke hulp 
Lievelingseten: Rendang en pisang goreng

Even voorstellen 

Naam: Joël van Hutten
Leeftijd: 19
Woonplaats: Voorschoten
Werk: Beveiliger
Lievelingseten: Rendang 

Roots

‘Oma is geboren in Purwokerto, Java. Opa in Purwakarta, Java. Onze vader komt van Palembang, Sumatra. Rond 1960 zijn ze naar Nederland gekomen met het hele gezin. Eerst woonden ze in Den Haag, maar later zijn ze verhuisd naar Wassenaar.

Opa en oma vaderskant

Opa en oma vaderskant

Opa werd als dienstplichtige opgeroepen voor het KNIL. Na de capitulatie belandde hij in het krijgsgevangenenkamp van de Japanners, Pakan Baroe. Hierna was hij nog drie-en-een-half jaar dienstplichtig tijdens de vrijheidsstrijd van de Indonesiërs.  

Opa en oma hebben elkaar ontmoet via een familiebezoek. Zij zijn in 1952 met de handschoen getrouwd. Omdat opa bij een Amerikaans oliebedrijf werkte kon hij na de oorlog langer blijven. Dit kwam omdat hij de overdracht aan de Indonesiërs in goede banen moest leiden. Eind 1960 kreeg hij een brief getekend door president Soekarno waarin stond dat hij binnen tien dagen met het gezin moest vertrekken.’ 

Identiteit

Demi: ‘ Ik heb altijd een sterke band gevoeld met de Indische kant van mijn familie. Toen ik jonger was kon ik dit niet goed plaatsen. Nu ik ouder ben besef ik dat deze band een enorm gevoel van trots is. Onze opa en oma hebben hun hele leven moeten omgooien. Eenmaal in Nederland aangekomen moesten zij, net als na de oorlog, weer helemaal opnieuw beginnen. Door hun harde werken en opofferingen hebben zij niet alleen hun kinderen, maar ook kleinkinderen een betere toekomst kunnen geven. 

Een gevoel van trots, maar vooral dankbaarheid overheerst bij mij. Indische normen en waarden zoals gastvrijheid en respect zijn aspecten die ik ook in mijn opvoeding heb meegekregen. ‘U’ zeggen tegen ouderen is inmiddels iets wat bij mij moeilijk af te leren is. Ik weet dat iedereen altijd welkom was bij opa en oma. In ons gezin is dit ook zo. Het maakt niet uit hoe laat het is, iedereen is hier altijd welkom. De laatste tijd luister ik ook steeds vaker naar Krontjong muziek. Nummers zoals ‘Koleh Koleh’ en ‘Sarinade’ nemen mij weer helemaal terug naar de tijd dat ik bij opa en oma kwam.’ 

Demi, Joël met hun ouders

Demi, Joël met hun ouders

Joël: ‘De sterke Indische mindset is iets wat ik erg respecteer en bewonder. Indo’s weten wat ze willen, hebben doelen en die mentaliteit helpt mij ook in mijn leven. Ook de warmte en het familiegevoel zijn dingen die ik erg waardeer in ons gezin. Dit hebben wij altijd meegekregen van opa en oma. Verhalen uit de tijd in Nederlands-Indië hebben mij altijd aangesproken. Hoewel opa en oma het mij niet meer konden vertellen hoorde ik ze van papa. Uit die verhalen kon ik als jong kind al begrijpen hoe sterk opa en oma waren. 

Het Indische eten zie je veel terug in onze familie. We maken bijna alles zelf en proberen zo veel mogelijke verse producten te gebruiken. Het Indische eten is onder mijn vrienden ook geliefd. In mijn vriendenkring is “de Indo” mijn bijnaam.’   

Herinneringen

Demi: ‘Opa en oma zijn helaas overleden toen wij nog jong waren. Ik herinner me nog dat wanneer wij bij opa en oma kwamen eten, Joël, ik en andere neven en nichten altijd op de grond zaten. Dit is iets wat ik vandaag de dag nog steeds doe. Soms ging ik stiekem naar de keuken om te kijken wat oma aan het koken was. De geur van eten en verschillende specerijen zal ik niet snel meer vergeten. Een gevoel van warmte en liefde overheerste in huize van Hutten. Alles mocht en alles kon. We speelden als kinderen vaak achter het huis van opa en oma op een pleintje. We moesten wel voorzichtig zijn met de bloementuin van oma.

Opa en oma met het gezin in Wassenaar

Opa en oma met het gezin in Wassenaar

Alle verhalen die ik heb gehoord over het verleden weet ik van mijn familie. Opa en oma spraken eigenlijk nooit over de oorlogstijd. Opa werd ‘opa muis’ genoemd omdat hij altijd heel stil was. Vooral in december. Dit vanwege familieleed wat in het Jappenkamp had plaatsgevonden rond kerst. Daarnaast waren wij als kleinkinderen te jong om over dit soort onderwerpen te praten.’  

Joël: ‘Bij opa en oma waren we altijd vrij om te doen wat we wilden. Achter het huis was een klein poortje dat uitkwam bij een kleine boerderij. We konden daar altijd met de geitjes spelen. Als we trek hadden kregen we heerlijk eten van oma. Het ritje naar Wassenaar vond ik al leuk omdat ik wist dat ik weer een geweldige tijd bij opa en oma zou hebben. Ik weet nog precies hoe het huis en de tuin eruitzagen. Ik was erg jong toen ze stierven, maar als ik deze herinneringen ophaal lijkt het net als de dag van gisteren dat we daar rondliepen.’ 

Toekomstblik

Demi: ‘Opa en oma hebben altijd meegekregen dat zij zich moesten aanpassen. Dit hebben zij ook gedaan. Ik vind dat we wel klaar zijn met dat aanpassen. Ik snap heel goed dat dit de gang van zaken was rond die tijd, maar nu is het genoeg. Onze normen en waarden, cultuur, muziek en recepten moeten levend gehouden worden. Dinand Woesthoff zei in een talkshow: “Je kunt altijd terug naar Suriname, de Antillen of andere koloniën, maar je kunt nooit meer terug naar Nederlands-Indië”. En daarom moeten we dat zien te behouden.' 

Joël: ‘De Indische manier van koken wil ik later graag doorgeven aan mijn gezin. Vriendelijkheid, gastvrijheid en respect zijn voor mij de belangrijkste normen en waarden die ik levend wil houden. Het ‘u’ zeggen tegen ouderen hebben wij meegekregen in onze opvoeding en wil ik later ook doorgeven. Niet te veel in het verleden blijven hangen, maar ook doorgaan is een echte Indo mindset die ik mijn leven lang wil volhouden. ‘

Wat zou jij nou graag in de PINDAH willen lezen?  

‘Wij zouden het heel leuk vinden als er dieper zou worden ingegaan op de Indische krijgskunst. Zelf doen wij beiden aan Taekwondo, Koreaanse Martial Arts, en zijn daarom erg geïnteresseerd in verschillende soorten krijgskunsten. We zouden het erg interessant vinden om hier meer over te lezen. Denk aan Pencak Silat of Pukulan Kuntao.’  


Bron: Van Hutten, D.S. (2021). De Derde Generatie en de kinderen van en kleinkinderen van… (1e editie). Indah.


 


Het boek is ook te bestellen bij uw lokale boekhandel, online en in de winkel. Het ISBN nummer is: 9789492851079

Previous
Previous

10 websites over de Indische cultuur en geschiedenis

Next
Next

Frans Schreuder over het monument voor de slachtoffers van Tarakan